The family  de  Chamisso  owned for centuries the castles at Boncourt, Villers and Sivry. Only the one at Villers survived the French Revolution. Adelbert von Chamisso (Adelaide de Chamisso) was born and babtised at the castle of Boncourt, which was sold at a public auction and destroyed in 1792. His mother died and was burried at the castle of  Villers, hardly 3 km away from  what was once Boncourt.


Portret  Adelbert  von Chamisso von Boncourt. Born in 1781 and deceased in 1838

Of the three family castles Chamisso in the Champagne, Boncourt near Ante was the most imposing.

There Adelbert von Chamisso was born. Only the castle at Villers survived the Revolution of 1789.

Historic map of the castle Boncourt.

How it looks today.

This was the entance to the court yard. The  contours of the water ditch around the castle are still visible.

And still plenty of remnants  of the building are left in the soil, even  after two centuries of agricultural activity on this very spot; the farmer  is collecting each and every time before sowing.

View on Ante near Boncourt.

Church where Adelbert von Chamisso was baptised.

Close-up.

Main square and townhall Sainte Menehould.

SYNOPTIC BIOGRAPHY
Chamisso, Adelbert von (Louis Charles Adelaide de Chamisso), 1781–1838, German poet and naturalist, b. Château de Boncourt, France. He served as page at the court of William II of Prussia and, after army service and travels, became keeper of the royal botanical gardens. He edited (1804–6) the Musenalmanach and was a member of Mme de Staël’s circle. His sentimental poetic cycle Frauenliebe und Leben (1830) was set to music by Schumann. Peter Schlemihls wundersame Geschichte (1814), his tale of a man who sold his shadow to the devil, has become legend. He also wrote plays, an account of his travels in the Pacific (1836), and a work on linguistics (1837).

The Columbia Electronic Encyclopedia, 6th ed. Copyright © 2005, Columbia University Press. All rights reserved.

Nederlandse biografie van Adelbert von Chamisso:

Adelbert von Chamisso (Châlons-en-Champagne, 30 januari 1781 — Berlijn, 21 augustus 1838) was een Duits schrijver van Franse afkomst uit de Romantiek, die ook zoöloog, botanicus en ontdekkingsreiziger was en bovenal herinnerd wordt als auteur van het sprookje Peter Schlemihls wundersame Geschichte. In Alaska is een eiland naar hem vernoemd.

LEVEN
Adelbert von Chamisso heette eigenlijk Louis Charles Adélaïde de Chamisso de Boncourt. Hij werd op het slot Boncourt in de Champagne geboren, maar zijn adellijke familie moest in 1794 voor de Franse Revolutie op de vlucht. Chamisso werd page van Frederika Louise van Pruisen. Hij leerde in een snel tempo Duits en schreef er verschillende vertellingen en sprookjes in. In Berlijn kwam hij in contact met onder anderen Kleist, Motte-Fouqué, Eichendorff, Hoffmann en Brentano. Chamisso diende als officier in het Pruisische leger van 1798 tot 1807, en werd lid van de Nordsternbund, een verzameling gelijkgestemde dichters. Chamisso keerde na zijn legerdienst nog naar Frankrijk terug en bezocht ook Zwitserland, maar kreeg een afkeer van Napoleon. Hij legde zich toe op de plantkunde en besloot in 1815 op expeditie te gaan.

In 1814 publiceerde hij Peter Schlemihls wundersame Geschichte; het is een enigszins autobiografische kruising tussen een sprookje en een novelle, vol magische wendingen, dat in alle belangrijke talen uit die tijd vertaald werd en Chamisso wereldberoemd maakte. Het verhaal gaat over een man die zijn schaduw verkoopt in ruil voor de onuitputtelijke gelukszak van de Fortuin, en uiteindelijk wereldreiziger en natuurkundige wordt dankzij een paar zevenmijlslaarzen. De parallellen met Chamisso zelf zijn duidelijk; de schaduw kan misschien op zijn identiteit wijzen: hij was soms een Fransman, soms een Duitser, maar altijd slechts een afkooksel van een van beide. Chamisso stapte af van Franstalige gedichten, maar verloochende zijn afkomst nooit.

Als ontdekkingsreiziger maakte Chamisso zich verdienstelijk door grote delen van Alaska en de Aleoeten in kaart te brengen: hij maakte deel uit van een drie jaar durende poging om de Noordoostelijke doorgang te vinden in de Stille Oceaan, in opdracht van de Russische overheid en onder leiding van Otto von Kotzebue (zoon van August von Kotzebue). Chamisso bestudeerde nauwgezet de plaatselijke plantenwereld en de Inuit-bevolking en publiceerde later zijn dagboeken van deze reis. Ook maakte hij in 1837 nog een studie van het Hawaiiaans. Na zijn terugkomst, in 1819, werd Chamisso directeur van de Botanische tuin van Berlijn; hij ligt ook in deze stad begraven, nabij het plein dat zijn naam draagt.

Chamisso is een typisch romanticus: de werkelijkheid wordt bij hem op een sprookjesachtige manier voorgesteld, en enige moraal of levenswijsheid is nooit belerend. Tevens was Chamisso een verdienstelijk lyricus: hij bezat een eigen dichtstijl, gekenmerkt door eenvoud en vindingrijkheid. Zijn cyclus Frauenliebe und -leben is in 1840 door Robert Schumann op muziek gezet.

Aangezien Chamisso een van de succesrijkste niet-oorspronkelijk Duitstalige auteurs was, is in 1985 een prijs naar hem vernoemd: de Adelbert-von-Chamisso-Preis, die aan schrijvers wordt uitgereikt wier moedertaal niet het Duits is en die een lovenswaardig Duits werk hebben geschreven.

WERKEN
1806 Fortunati Glückseckel und Wünschhütlein (sprookje)
1814 Peter Schlemihls wundersame Geschichte (novelle)
1821 Bemerkungen und Ansichten einer Entdeckungsreise
1830 Frauenliebe und -leben (gedichtencyclus)
1832 Der deutsche Musenalmanach (met Gustav Schwab)
1833 Die alte Waschfrau (gedichtencyclus)
1836 Reise um die Welt in den Jahren 1815-1818 (dagboek)
1837 Über die Hawaiianische Sprache (verhandeling)
[bewerk]BronnenBronnen:
Gerhard Fricke & Mathias Schreiber (1988), Geschichte der deutschen Literatur. Paderborn: Ferdinand Schöningh.
Werner Kohlschmidt (1946), ‘Die Romantik’, in: Bruno Boesch (red.), Deutsche Literaturgeschichte in Grundzügen. Die Epochen deutscher Dichtung. Bern: Francke Verlag, pp. 309-347.
Wolf Wucherpfennig (1986), Geschichte der deutschen Literatur. Von den Anfängen bis zur Gegenwart. Stuttgart: Ernst Klett.

FOUND AT THE INTERNET, A DISCUSSION ON THE FAMOUS POEM ABOUT THE CASTLE WHERE ADELBERT WAS BORN, Boncourt, 3 km away from where his oncle lived in Villers; dated 21 novembre 2005:
Das Schloß Boncourt

Ich träum’ als Kind mich zurücke
Und schüttle mein greises Haupt;
Wie sucht ihr mich heim, ihr Bilder,
Die lang’ ich vergessen geglaubt?
Hoch ragt aus schatt’gen Gehegen
Ein schimmerndes Schloß hervor,
Ich kenne die Türme, die Zinnen,
Die steinerne Brücke, das Thor.
Es schauen vom Wappenschilde
Die Löwen so traulich mich an,
Ich grüße die alten Bekannten
Und eile den Burghof hinan.
Dort liegt die Sphinx am Brunnen
Dort grünt der Feigenbaum,
Dort, hinter diesen Fenstern,
Verträumt’ ich den ersten Traum.
Ich tret’ in die Burgkapelle
Und suche des Ahnherrn Grab
Dort ist’s, dort hängt vom Pfeiler
Das alte Gewaffen herab.
Noch lesen umflort die Augen
Die Züge der Inschrift nicht,
Wie hell durch die bunten Scheiben
Das Licht darüber auch bricht.
So stehst du, o Schloß meiner Väter,
Mir treu und fest in dem Sinn
Und bist von der Erde verschwunden,
Der Pflug geht über dich hin.
Sei fruchtbar, o teurer Boden,
Ich segne dich mild und gerührt
Und segn’ ihn zwiefach, wer immer
Den Pflug nun über dich führt.
Ich aber will auf mich raffen,
Mein Saitenspiel in der Hand,
Die Weiten der Erde durchschweifen
Und singen von Land zu Land.
Louis Charles Adelaïde Chamisso de Boncourt,

ou Adelbert von Chamisso

J’ai passé le texte au traducteur de Google, mais le résultat est vraiment trop affreux, je ne peux pas le reproduire ici.

Il y a des limites à tout.

Ecrit par : Sylvie | lundi, 21 novembre 2005

Hum. J’ai une traduction des quatre premiers quatrains seulement :

En rêve, je reviens vers mon enfance,
Et je hoche ma tête chenue ;
Comment m’avez-vous rejoint, images
Que je croyais depuis longtemps oubliées ?

Pointant hors des taillis ombreux
S’élève un château scintillant ;
J’en connais les tours, les créneaux,
Le pont de pierre, le portail.

Sur l’écusson qui porte mes armes
Les lions me regardent si familièrement,
Je salue ces vieux amis
Et monte en hâte vers la cour.

Là, le sphynx est couché près du puits,
Là verdit le figuier,
Là, derrière ces fenêtres,
J’ai rêvé mon premier rêve…

Ecrit par : Dominique | lundi, 21 novembre 2005

Puisque vous le demandez, voici la traduction de Google :

La serrure des Boncourt moi rêver ‘en tant qu’enfant moi zuruecke et secoue ma personne âgée tête; Comment leur la maison me cherche-t-elle, lui les images que ‘j’oublie longtemps cru? Etc.

J’ai honte…

Ecrit par : Sylvie | lundi, 21 novembre 2005

Ce poème inaugure une nouvelle catégorie de textes. Des textes de grands écrivains, comme toujours, mais des textes parlant d’un pays, mon pays qui est aussi le pays des autres. Chamisso, auteur né français et chantant en allemand d’un pays à un autre pays ou chantant à propos d’un pays à partir d’un autre pays, me semble être une figure assez exemplaire d’un enracinement dans l’Europe entière – et je regrette l’oubli, la négligence, l’indifférence à son égard dans ma bonne cité.

Ecrit par : Dominique | lundi, 21 novembre 2005

ADELBERT, BORDERCOSSER BETWEEN FRANCE AND GERMANY. Resume of an essai by Heinz Schütte, “Adelbert von Chamisso und die Südsee”

In: Internationales Asienforum, Vol. 35 (2004), No. 3–4, pp. 353-371

The essay deals with Adelbert von Chamisso’s (1781-1838) Reise um die Welt of 1835, which has been neglected by historical research and which describes a world increasingly united by trade. From 1815 to 1818, the poet and botanist had participated in the Russian Pacific and Arctic expedition under Otto von Kotzebue as a titular scientist. In the steps of his creation Peter Schle­mihl (1813) who had lost his shadow, Chamisso ventured to search for his own identity, to retrieve his shadow, in science and in foreign lands. A border crosser between France and Germany ever since earliest youth, he became a ‘threshold’ personality between the world of the ancien régime and modernity of the late 19th century. In the tradition of the Enlightenment, he wrote an unusually rich text in which he proved to be an empiricist, in that “each fragment of human history” is important to him as a component of humanity’s general history.

Adelberts world (discovery) tour  as botanist on the Russian ship Rurik under Prussian commander Kotsebue. The Russian navy ship the Rurik.

Chamisso’s poems put musik. Most famous is “Frauen Liebe und Frauen Leben” composed by Schumann.